In Gesprek Met… Winnaars Scriptieprijs 2015 Kansspelautoriteit

20160209_164103

Ze waren de eerste twee winnaars van de Scriptieprijs van de Kansspelautoriteit: Charlie van der Star voor haar Master scriptie ‘Consumentenbescherming bij online kansspelen’ en Jeroen van der Schep voor zijn Bachelor scriptie ‘Waar liggen de kansen voor de sportsector in Nederland? Een onderzoek naar de invloed van kansspelbeleid op de economie van de sport in Nederland’.

Wat vond de Ksa nu zo goed aan deze beide scripties? De Ksa over de scriptie van Charlie:

“Voor de Master scriptie gaf de beleidsrelevantie van de scriptie de doorslag. De auteur kwam bovendien naast de feitelijke analyse dat de Nederlandse consument over het geheel adequaat beschermd is, ook nadrukkelijk met eigen aanbevelingen. Met name dat de overheid sterker moet afbakenen welke groepen in het bijzonder kwetsbaar zijn voor de risico’s van kansspelen, en een pleidooi om de leeftijdsgrens naar 21 jaar te verhogen.”

En over de scriptie van Jeroen:

“Voor de Bachelor scriptie gaf de beleidsrelevantie van de scriptie de doorslag. Een kernboodschap van de scriptie: ‘de’ sport bestaat uit verschillende stakeholders met sterk uiteenlopende afhankelijkheden van de kansspelsector (helder samengevat in het geldstromenschema op pagina 25). Een van zijn aanbevelingen is dat de sportsector proactief moet handelen en nieuwe verdienmodellen moet aanboren in het licht van kansspelen op afstand.”

Op 9 februari 2016 mochten beide winnaars bij de Ksa hun scriptie presenteren aan het publiek, voor een zaal met aanwezigen van Ksa, ministeries en stakeholders vanuit sport en kansspelbeleid.

Anderhalve maand later blikken we terug met Charlie & Jeroen in Café Stael in Utrecht, om via enkele korte vragen de waarde en achtergronden van hun beider onderzoeken te duiden.

20160324_164608

Wat zien jullie als de belangrijkste conclusies van jullie onderzoeken? En hoe hard zijn deze conclusies eigenlijk?

JS: Voor mijn onderzoek was het lastig harde conclusies te trekken gezien de sterke belangen, en de afwezigheid van echt neutrale data of de mogelijkheid zelf zaken te kunnen berekenen. Neem de verwachte groei van de totale markt na regulering: die werd door vrijwel alle partijen onderschreven, maar niet door de Vrienden Loterij die nadrukkelijk wees op het substitutie-effect. En ook de impact van belastingtarief werd door verschillende partijen bekeken met een andere verwachting, en met een andere voorkeur. Wat wel duidelijk werd is dat er een relatie is tussen de verschillende vormen van kansspelbeleid, in het geval van Nederland het verbod en de regulering door de overheid, en de economie van de sport.

“Neem de verwachte groei van de totale markt na regulering: die werd door vrijwel alle partijen onderschreven, maar niet door de Vrienden Loterij die nadrukkelijk wees op het substitutie-effect.” (JS)

CvdS: De belangrijkste conclusies waren dat consumentenbescherming binnen het wetsvoorstel KOA goed is geregeld, maar dat het doelgroepenbeleid niet nader is geconcretiseerd, en ook niet wat de lagere wetgeving zal zijn. Terwijl deze zaken wel cruciaal zijn! Er wordt bovendien ook voor online automatisch en zonder onderbouwing uitgegaan van de standaard leeftijdsgrens van 18 jaar, hoewel online kansspelen risicovoller zijn dan traditionele kansspelen en er dus veel voor te zeggen is deze leeftijdsgrens online op 21 te zetten, in ieder geval voor short odd spelen. Bij het Engelse en Belgische systeem wordt wel bewust gekeken naar de specifieke doelgroep van jongeren en de beste manieren om hen te beschermen. In onze memo van toelichting geen enkele motivatie hierover, en ik verbaas mij dan ook dat dit niet verder is uitgewerkt.

“Er wordt bovendien ook voor online automatisch en zonder onderbouwing uitgegaan van de standaard leeftijdsgrens van 18 jaar, hoewel online kansspelen risicovoller zijn dan traditionele kansspelen” (CvdS)

Welke stakeholders zijn door jullie benaderd voor dit onderzoek? En wilde iedereen meewerken?

JS: Ja, eigenlijk iedereen was daartoe bereid, en was ook zeer coöperatief. Zowel van zittende vergunninghouders als online aanbieders. De enige afzegging kreeg ik van de Lotto, die aangaf te druk te zijn.

CvdS: Omdat het bij mijn juridische scriptie literatuuronderzoek betrof, heb ik niemand hoeven benaderen. Ik heb wel hulp en ondersteuning gehad van de Nationale Postcode Loterij, waar ik destijds werkzaam was. Dat was ook de reden dat ik dit onderzoek zo heb opgezet: het vak “Consumentenrecht” en mijn werk bij Postcode Loterij boden de mogelijkheid voor een mooie combinatie, 1+1 was echt twee in dit geval.

20160324_171037

Waar zijn jullie het meest trots op?

JS: Ik ben er het meest trots op dat ik echt objectief ben gebleven; ik wilde niet naar de ene of de andere kant meegaan binnen wat weleens wordt betiteld ‘het meest belobbyde dossier van Nederland’. Misschien was het ook een voordeel dat ik er blanco in ben gegaan. De eerste maand heb ik ook niemand gesproken, heb ik mij alleen maar ingelezen, om zo tijdens het onderzoek meningen of informatie zo goed mogelijk te kunnen duiden. Maar het was wel echt bijzonder en ook zeker niet gemakkelijk, als jonge gast van buitenaf middenin een zeer heftig gevoerde lobby. En sowieso was het winnen van de prijs natuurlijk heel eervol. Ik heb er bovendien een leuk, klein autootje van kunnen kopen!

“Ik ben er het meest trots op dat ik echt objectief ben gebleven” (JS)

CvdS: In de eindfase van een studie denk je al snel: “Die scriptie is er vooral om af te studeren. Er gaat heel veel werk inzitten om zo hoog mogelijke kwaliteit te leveren – maar misschien is er straks wel niemand die het leest.” Dan is het natuurlijk heel leuk als door de scriptieprijs van de Ksa het onderzoek zo wordt opgemerkt, en breed wordt opgepakt – met een presentatie in Den Haag, voor een zaal met stakeholders, ingewijden en familie. Dan denk je: ik heb het niet voor niets gedaan!

“Dan denk je: ik heb het niet voor niets gedaan!” (CvdS)

20160324_171031

Wat vinden jullie van enkele recente ontwikkelingen? Bijvoorbeeld: hoe beoordelen jullie het uniforme belastingtarief van 29%, of de uitspraak dat poker toch een kansspel is? En, wat hopen of verwachten jullie van de aankomende behandeling van het wetsvoorstel KOA in de Tweede Kamer?

JS: Wat betreft het belastingtarief: dat is toch wel een wonderlijke ontwikkeling, hoor. Toen ik begon met mijn onderzoek riepen enkele online aanbieders nog dat het tarief niet boven de 10% zou mogen omdat anders online aanbieders niet zouden komen, toen kwam er het voorstel van gedifferentieerd tarief 20/29% met alle weerstand vanuit zittende vergunninghouders, en uiteindelijk lijkt het nu dan een uniform tarief van 29% te worden. Vanuit de overheid bezien is kanalisatie natuurlijk niet het enige doel. Met moet ook proberen voldoende belastingopbrengsten binnen te brengen. Stel dat met 10% of met 15% belasting een gelijke mate van kanalisatie zou zijn, dan zou de overheid dom zijn om het tarief toch op 10% te zetten. Het was dus zoeken naar het ideale punt: het hoogst mogelijke tarief waarop aanbieders nog net niet zouden afhaken.

Even daargelaten of met dit belastingtarief dit ideale punt is gevonden en of hiermee de gewenste kanalisatie wel gaat worden gehaald, denk ik dat het heel belangrijk is dat de wet er überhaupt doorkomt, ook als dat mogelijk niet onder ideale voorwaarden zou zijn. Je kunt dan altijd na pakweg een jaar weer re-evalueren, bijvoorbeeld over het belastingtarief. Ik denk dat dit beter is dan nog jarenlang theoretisch doorsteggelen en doorlobbyen over de wet zoals dit nu al vele jaren gebeurt. Helemaal gezien de achtergrond dat mensen toch wel online spelen, ongeacht wettelijk kader, is het van groot belang dat KOA erdoor komt. Maar de verdeling in de Eerste en Tweede Kamer maakt het lastig.

“Vanuit de overheid bezien is kanalisatie natuurlijk niet het enige doel. Met moet ook proberen voldoende belastingopbrengsten binnen te brengen.” (JS)

CvdS: Als je kijkt naar de huidige binnenlandse aanbieders met hun hoge afdracht aan goede doelen, zou het dan wenselijk zijn als zij worden weggeconcurreerd door ongelijke tarieven? Ik denk van niet. Ik denk dat het wenselijk is alle aanbieders gelijk te behandelen en oneerlijke concurrentie te voorkomen. Daarom vind ik het uniforme tarief een goede beslissing.

Wat betreft de pokeruitspraak: in mijn scriptie noemde ik nog de destijds meest recente uitspraak, dat het als een behendigheidsspel werd gezien. Intussen is dit dus alweer ingehaald door de werkelijkheid.

“Ik denk dat het wenselijk is alle aanbieders gelijk te behandelen en oneerlijke concurrentie te voorkomen. Daarom vind ik het uniforme tarief een goede beslissing.” (CvdS)

Houden jullie je momenteel nog bezig met het Nederlandse kansspelbeleid? Of was het eenmalig, alleen de scriptie dus?

JS: Eenmalig wil ik niet zeggen, want je weet nooit wat de toekomst brengt. Maar sinds de scriptie heb ik inderdaad niets meer gedaan op het kansspeldossier. Momenteel ben ik actief in de Franse vakantiewereld als hoofd recreatie, en heb ik een sollicitatie uitstaan voor parkmanager op een vakantiepark.

CvdS: Mijn scriptie is juli 2014 ingediend, best een lange tijd geleden dus. Intussen ben ik afgestudeerd, en werkzaam in de advocatuur. 

Laatste vraag voor Jeroen: Als Centrum voor Verantwoord Spelen zijn verantwoord spelen en preventie van kansspelverslaving twee belangrijke speerpunten. Hebben deze zaken binnen jouw onderzoek nog enige rol gespeeld?

JS: Mijn onderzoek richtte zich eigenlijk puur en alleen op geldstromen in de sport. Alleen de afdrachten werden meegenomen, verslavingsaspecten vielen buiten de scope. Vanuit de aanbieders werd niet vaak verslavingspreventie in concrete zin genoemd. Wel had men het vaak over kanalisatie, waardoor er meer veilig aanbod komt, een hoger percentage veilig spelen. Immers, hoe beter je kunt zien wat iemand doet, des te beter de preventie. Ik kreeg de indruk dat vooral online spelersbescherming heel ver is, met protocollen die zij al helemaal hebben klaarliggen voor toekomstige implementatie, en met werkende vroegsignaleringssystemen zoals Unibet’s Player Safety – Early Detection System.

Laatste vraag voor Charlie: In jouw conclusie zeg je dat “online kansspelen beduidend risicovoller zijn dan traditionele kansspelen”, en mede hierom bepleit je dat voor online een hogere leeftijdsgrens dan 18. Kun je dit uitleggen/onderbouwen?

CvdS: Online is er geen fysieke aanwezigheid tussen aanbieder en speler. Minder persoonlijke controle dus vanuit de aanbieder, maar ook minder sociale controle doordat je anoniemer kunt spelen. Online kun je bovendien in aanraking komen met aanbieders over de hele wereld, ook waar de regels mogelijk wat minder scherp zijn of minder strikt worden gehanteerd. En tenslotte draagt het gegeven dat short odd spelen door hun snelheid verslavender zijn dan long odd spelen, voor online een verhoogd risico in zich door de hogere snelheid en het mogelijk hogere volume van spelen.

Recent Posts