In Gesprek over Gokverslaving met Laurens Veltman

Deel 1: Gameverslaving

Op de expert meeting van het Centrum voor Verantwoord Spelen vrijdag 29 januari in Den Haag, met als thema “Zorgplicht aanbieder versus eigen verantwoordelijkheid speler”, waren een aantal zeer interessante sprekers uitgenodigd. Ministeries en Kansspelautoriteit spraken over hun rol in het kansspeldossier, onderzoekers zullen de meest recente ontwikkelingen op het gebied van preventie kansspelverslaving delen, en aanbieders vertelden hoe zij hun wettelijk opgelegde zorgplicht zo goed mogelijk in de praktijk willen brengen.

Maar vanzelfsprekend ontbreken bij een expert meeting over spelers niet diegenen waar het over gaat: de spelers zelf. In een speciaal blok gingen drie spelers met elkaar in gesprek over de mooie en ook minder mooie kanten van gokken.

Die minder mooie kant van gokken werd belicht door Laurens Veltman. Weliswaar één van de meest succesvolle Nederlandse online pokeraars van het laatste decennium, toch omschrijft hij zichzelf als ‘gokverslaafd’. En is hij inmiddels actief met mentale training van online pokeraars, om hen niet in dezelfde valkuilen te laten lopen als hijzelf.

Wij hadden recentelijk een uitgebreid interview met Laurens, waar hij uiterst open vertelde over de pieken en dalen die hij heeft ervaren door gokken.

Dit interview geven we weer in 3 delen. Vandaag deel 1 over de gameverslaving waarmee Laurens kampte in zijn jeugd, vervolgens deel 2 over de pokerverslaving die daarop volgde, en tenslotte in deel 3 zijn visie/oplossingen.

 

laurens veltman

 

Laurens: “Ik ga overal 100% in, dat heb ik altijd gedaan. Dan kom je eigenlijk altijd wel in uitersten terecht.”

“Veel mensen kennen mij uit het poker. Waarom? Omdat ik daar succesvol in was. Toch genoot ik lang niet altijd van het poker. Ik rolde in het poker vanuit ontevredenheid wat ik wilde in het leven/studie en het was vooral een middel om aanzien te krijgen en ergens de beste in te willen zijn.”

“In mijn jeugd speelden exact deze zelfde zaken rondom gamen. Ik was doodongelukkig op de middelbare school. Ik was heel intelligent, misschien wel te intelligent voor wat ik deed. En tegelijkertijd was ik heel sensitief, al wist ik dat natuurlijk zelf nog niet, en zoog ik allerlei (negatieve) gevoelens van anderen op. Het bleek de perfecte voedingsbodem voor de gameverslaving die ik zou ontwikkelen.”

Ik was heel intelligent, misschien wel te intelligent voor wat ik deed. En tegelijkertijd was ik heel sensitief, al wist ik dat natuurlijk zelf nog niet, en zoog ik allerlei (negatieve) gevoelens van anderen op. Het bleek de perfecte voedingsbodem voor de gameverslaving die ik zou ontwikkelen.

“Ik had de potentie voor negens op school, maar uiteindelijk zakte ik voor het VWO – en dat kwam door het gamen.”

“Het was ook lastig. Als ik goed mijn best deed op school, werd ik gezien als ‘nerd’. Toen ik niet mijn best meer deed, was ik weer cool. En als ik prestaties neerzette als gamer, was ik in ieder geval in die wereld het mannetje. Iedereen keek daar tegen me op. Ik was geliefd binnen die subcultuur, en afgesloten van alle negativiteit.”

“Mijn gamejaren waren ook voor mijn ouders een verschrikking. Ze wilden mij graag helpen en mij vertrouwen dat ik mijn leven op orde had. Maar keer op keer kregen ze dan te maken met mijn slechte cijfers, mijn absentie op school, of dat ik toch weer stiekem tot diep in de nacht achter de computer zat. Keer op keer dus met leugens van mij, of met beloften die ik niet kon waarmaken.”

“Verslaving is voor mij vluchtgedrag, het uit de weg willen gaan van negativiteit. Je voelt niets meer van de andere wereld als je achter de computer zit, het is verdovend.”

“Zowel bij gamen als bij poker verloor ik mij volledig in iets wat mooi was en goed voor mijn ego, maar waardoor ik geen tijd of ruimte meer had voor andere zaken. Sommigen zouden daar misschien vrede mee hebben gezien de roem of het geld dat ik ermee verdiende, maar ikzelf niet.”

“Theoretisch kunnen we tegenwoordig alles vertellen, maar de oplossing wat betreft preventie en vroegsignalering is lang niet simpel, ook niet voor ouders. Ik denk dat je als jongere simpelweg sommige dingen moet doorvoelen en er zelf helemaal door moet voordat je kunt besluiten het anders te doen. Wat wij maatschappelijk proberen als iemand pijn of onrust voelt, is proberen dat weg te halen door symptoomonderdrukking. Maar als je nergens pijn ondervindt, word je ook niet sterk.”

Wat wij maatschappelijk proberen als iemand pijn of onrust voelt, is proberen dat weg te halen door symptoomonderdrukking. Maar als je nergens pijn ondervindt, word je ook niet sterk.

“Voor veel mensen is verslaving maar lastig te bevatten. Mensen opperen wel eens dat je “het gewoon niet meer moet doen”, maar als het zo gemakkelijk was dan was verslaving natuurlijk niet zo’n probleem. Het is (bijna) niet uit te leggen hoe het is om een interne strijd te voeren tussen iets dat je echt niet wilt en toch ook heel erg graag wilt. Hoe diep je jezelf de vernieling in kunt helpen, maar er toch ergens ook het ‘genot’ uit kunt halen om het te blijven doen. Ik vraag me af of dit echt te begrijpen is voor iemand die dit nooit zelf heeft ervaren.”

“Ik heb nooit spijt van iets wat me is overkomen. Het was nodig om verder te komen, en om een rijker mens te kunnen worden.”

 

Wil je kennis maken met de gedachtenwereld en ervaringen van deze afgestudeerd psycholoog? Lees dan zijn blog.

Recent Posts